Bo Van Spilbeeck kan na een rijkgevulde carrière eindelijk genieten van haar welverdiende pensioen. In Dag Allemaal vertelt de journaliste dat ze tijdens haar tijd bij het nieuws heel wat enge momenten heeft beleefd.

“Tijdens de crisis in Burundi ben ik door dorpen gereden… Wat wij zagen, was verschrikkelijk”, gaat Bo van start. “Ik zag een vermoord gezin van vier, hun varkens zaten in een hok naast hen. Die beesten probeerden met hun snuit door de tralies aan de tenen van die mensen te geraken, omdat ze geen eten hadden. Wat later zagen we een dorpje waar alle hutten in brand stonden. We hoorden geschreeuw en gehuil. We zijn serieus bang geweest.”

Ook Marianne, de vrouw van Bo is ooit erg opgeschrikt geweest. “Tijdens die crisis in Burundi zei een collega-journalist dat ze op de radio gezegd hadden dat ik dood was”, vertelt de journaliste. “Ik heb met de telefoon van het hotel naar mijn vrouw gebeld om te zeggen dat ik nog leefde. Marianne is toen beginnen te huilen. Soms dacht ik: is dit het allemaal waard? Maar mijn journalistieke gedrevenheid kon het echt overnemen.”