Sinds de geboorte van zijn zoontje Roman begint Herman Brusselmans te beseffen dat het een openbaring is om een kindje te hebben, zo lezen we in Humo.
“Die kleine groeit en wordt slimmer en kan van alles, en dat is ronduit fantastisch om te zien”, gaat hij dolenthousiast van start. “Het is ook een gelukkig kind, zij het nu en dan met wat nukken – heeft hij ongetwijfeld van zijn moeder.”
Hoewel de schrijver eerlijk toegeeft dat hij in het begin dacht “ik ben 65! Ik heb echt geen zin om achter een kinderwagen te lopen en luiers te verversen”, is hij ondertussen helemaal bijgedraaid. “Daar heb ik nu dus allemaal wél zin in. Literatuur komt sinds Roman niet meer op de eerste plaats: als ik eens niet kan schrijven aan mijn nieuwste wereldroman omdat hij lastig is, dan schrijf ik simpelweg niet en ben ik met hem bezig.
Roman heeft de prioriteiten in het leven van zijn vader dan ook helemaal overhoopgegooid. “Eerst papa, dan pas minnaar, schrijver, vriend en motorrijder – in die volgorde”, besluit hij met een kwinkslag.