Pascal Braeckman vertelt in Dag Allemaal een straf familieverhaal dat al de kenmerken heeft van een Hollywood-film.
“Mijn overgrootvader Adam Meiro was een baron uit Litouwen die minister van Mijnbouw werd onder de laatste Russische tsaar, Nicolaas II”, gaat Pascal van start. “Toen die samen met zijn vrouw en vijf kinderen in juli 1918 vermoord werd door de bolsjewieken, was mijn overgrootvader al gevlucht. Hij trok in 1917 met zijn vrouw naar Brussel, waar later mijn mama werd geboren. Ze was pas 8 jaar toen haar moeder stierf en omdat er niemand van de familie overbleef, belandde ze in een weeshuis in Asse. Daar werd ze wat later geadopteerd door de toenmalige burgemeester.”
De dag dat de moeder van Pascal 21 zou worden zou ze de erfenis in handen krijgen en bijgevolg stinkend rijk worden, iets dat helaas niet is gebeurd. “Toen ze trouwde met mijn vader, heeft ze een boel papieren getekend en deed ze wellicht afstand van haar erfenis. Wie er met alles aan de haal is, weet ik niet. De kerk, de adoptieouders? Ik wou dat trachten te achterhalen maar mama zei: ‘Laat maar. Dat is voorbij’. Uit respect voor haar heb ik nooit opzoekingen gedaan, maar het is een vies spelletje geweest.”
Daar houden de intriges echter nog niet op. “De burgemeester is overleden en zijn vrouw is hertrouwd met een rijke wijnhandelaar. Die man zei me nog: ‘Ik weet wat er gebeurd is en we gaan dat allemaal in orde brengen’, maar korte tijd later is hij verongelukt in nogal duistere omstandigheden. Ik heb die geschiedenis ooit kort op tv verteld en drie dagen later kreeg ik een paar advocaten aan de telefoon. ‘Wat ben je van plan?’ vroegen ze. ‘Ik ben niks van plan, ik laat het verleden rusten omdat mijn mama dat vroeg. Maar ik mag het verhaal toch vertellen?”