Marc de Bel heeft lange tijd voetbal gespeeld met een clubje bekende Vlamingen, helaas is iedereen omwille van leeftijdsperikelen moeten stoppen.
Toch kan de schrijver zijn potje voetbal niet missen en daarom stelt hij nu regelmatig zelf twee ploegjes samen, zo lezen we in Primo. “Er is maar één ding dat telt: ’t moet kampen, ’t moet spannend zijn, op het einde van de match is de ideale uitslag 9-8. Twee van mijn zonen van 47 en 45 en twee van mijn kleinkinderen van 21 en zestien spelen ook mee.”
Marc kan dit trouwens iedereen aanraden. “Tijdens dat uurtje voetbal valt de tijd weg en gaan we anders met elkaar om. Als mijn kleinzoon aankomt, is het nog van ‘Opie, dit’ en ‘Opie, dat’. Als de match begint, is dat na een minuut al Verdorie, geef die bal af! Zie je me niet staan, misschien?’ Na het laatste fluitsignaal is het weer ‘Opie’. Mooi toch? Een uur lang zijn we geen kleinkind en opa, maar voetballers die elkaar beschimpen en bijstaan. Je moet je dat voorstellen: als die gasten vijftien zijn, komen ze in dat ploegje en horen ze die schuine moppen van die oude mannen. Dat is tegelijk confronterend en plezant.”