Jan Verheyen blikt in de docureeks ‘Tsunami’ samen met Vlaamse overlevenden terug op de dodelijke vloedgolf in Thailand. Een ramp waar de filmmaker zelf maar aan het nippertje aan ontsnapt is.
“Tot kerstavond verbleven Lien en ik in het Sofitel-hotel in Khao Lak, waar twee dagen later meer dan 200 mensen het leven lieten”, gaat Jan van start in Story. “Toen ik vlak na de ramp in de krant plots ons hotel zag staan, compleet verwoest, heb ik met trillende stem naar Lien gebeld. Op zo’n moment slaat je verbeelding op hol.”
Lien, de partner van Jan, geeft aan dat ze na de ramp nog erg lang nachtmerries heeft gehad en de gezichten van de hotelmedewerkers en gasten telkens voorbij zag flitsen. “Van alle aanwezigen in het hotel hebben er slechts 33 de ramp overleefd.”
Jan stelt zich dan ook de vraag wat er gebeurd zou zijn mochten ze daar zelf op dat verschrikkelijke moment nog geweest zijn. “Rond het uur van de ramp, kwart voor negen ’s ochtends, zaten we gewoonlijk aan het ontbijt, waren we net terug op de kamer of lagen we in het zwembad. Vlak vóór de tsunami trok de zee zich ook heel ver terug, wat heel wat toeristen naar het strand lokte om naar de spartelende vissen te kijken. Mezelf kennende was ik daarbij geweest. Geen mens besefte dat die golf in de verte de hele kustlijn zou overspoelen. Lien en ik zouden het dus wellicht niet overleefd hebben.”